(t)Huis

Ik woon in een rijtjeshuis. Een ontzettend fijn huis op een hele leuke plek. Ik heb echt niets te klagen en dat zul je mij sowieso niet snel horen doen. Ik heb het overigens ook zelf betaald, opgeknapt en gezellig gemaakt, wat mij betreft gaan alle credits altijd naar degene die het toch steeds maar weer zelf doet en regelt. Inderdaad, je raadt het al, dat is de single parent. Die doet altijd alles zelf, die weet echt niet meer hoe het is om niet 24/7 de druk in zijn of haar nek te voelen van het heilige moeten. Maar dat terzijde.

Dit huis, mijn huis, was na de tropenjaren na mijn scheiding een oase waar mijn kinderen en ik ons veilig voelden, waar we blij waren, waar iedereen terecht kon en waar gelachen en gehuild werd. Waar brandjes werden geblust en waar we ruzie konden maken over vuile was op de grond, vuile vaat op het aanrecht en vuile blikken als iemand slecht geslapen had. Kortom, ons thuis gaf ons de basis die we nog zo nodig hadden om te helen en groeien. Het paste als een handschoen.

Maar de laatste tijd past die handschoen niet meer zo goed. Ik vergeet soms dat die gezellige en grote logeerzolder er überhaupt nog is. Daar komt niemand, behalve om de kerstspullen of zomerkleren te pakken, of om de CV-ketel bij te vullen. Dan zijn er nog drie kamers op de eerste verdieping. Een voor mij, een voor mijn dochter en de kleinste is in gebruik als werkkamer. Die indeling past (nu) nog goed.

Maar over een tijdje zal het anders zijn en ik sorteer graag voor. Het zal niet lang meer duren voor mijn dochter ook de deur achter zich dichttrekt. En hoewel zij zelf aangeeft nog veel thuis te willen komen, zal het toch zo zijn dat ook zij op een gegeven moment echt haar eigen pad bewandelt en niet meer zo vaak de tram, trein en bus naar huis pakt. Al duurt het nog een jaar, ik voel dat de zaken veranderen en dat ik dan tegen die tweede lege kamer aan ga kijken. Dat ik daar niet naar uitkijk, is een understatement. De enthousiastelingen, die ook zo goed weten wat je kunt doen met dat miljoen, die hebben allemaal wel een oplossing. “Je maakt toch graag kunst? Maak er een atelier van.” “Joh, ze komt nog heel veel terug, je moet dat echt niet veranderen, hoor.”

Maar de alleenstaande ouders in mijn schuitje, die zie ik nu instemmend knikken. Die voelen hoe het is om straks alleen in een te groot huis naar een of meerdere lege kamers te staren. Het is al stil zo alleen, moet je dan ook nog de kat op het spek binden?

J. zei het ook al toen ik hem laatst tegenkwam in de supermarkt: “Er moet eigenlijk ook gebouwd worden voor onze doelgroep.” Ik ben het met hem eens en dan ook nog een beetje betaalbaar graag. Want vergeet het niet: wij komen met opgroeiende kinderen rond op 1 inkomen, velen van ons hebben jarenlang op een houtje gebeten en sparen zat er lang niet altijd in. En de kinderen vliegen weliswaar uit, maar we betalen ons nog steeds blauw aan studies en kamers; als dat al lukt. Er is heel veel financiële stress onder alleenstaande ouders, ook onder diegenen met een baan en een huis. Dit verhaal deel ik niet om zielig te doen of om een ander tekort te doen en ik heb het in vergelijking met veel anderen intussen hartstikke goed, maar ik breek hier toch graag een lans voor de dappere een-oudergezinnen met een stoere single vader of moeder aan het hoofd van de tafel. Hou vol, topper!

En als ik kijk naar mijn huis, dan gun ik het ook weer zo aan een gezin, in welke samenstelling dan ook, dat hier weer net zo blij is als wij waren. Waar kind 1 de trap op stormt en kind 2 de badkamer te lang bezet houdt. Ik pleit dan ook echt voor doorstroming. Want het is toch van de gekke dat ik straks alleen in een huis zit waar een heel gezin in past.

Nu alleen nog even het stikstofprobleem tackelen.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑

%d bloggers liken dit: