After-dinner schoonmaakhel

Deze blog gaat over een onderwerp waar ook niet-single parents zeker mee te maken hebben. Maar die daar samen iets mee kunnen. Je weet wel: good cop/bad cop, samenspannen tegen je kinderen, even lachen over een irritatie en t daarmee laten verdwijnen. Glaasje wijn erbij misschien. Het gaat over de after-dinner schoonmaakhel.

Dus, hoe gaat dat bij ons aan tafel? Het begint rond half zeven. Dan steek ik de sleutel in het slot van de voordeur. Voorafgaand aan dit heerlijke moment (ik denk namelijk elke dag weer dat ik na een volle werkdag dan de oase van rust binnenstap. Deze gedachte valt direct en bruut weg als ik struikel over een paar slingerende schoenen of in een plastic zakje met de restanten van een boterhammetje pindakaas met hagelslag stap) ben ik tijdens de terugweg van mijn werk naar huis zeker drie keer geappt en gebeld met de vraag: ‘Hoe laat kom je thuis’, ‘Wat eten we’ en de order ‘Neem iets lekkers mee’.

Goed, ik schop mijn schoenen uit, joe-hoe naar het kind dat thuis is, informeer naar het andere kind en loop in een keer door naar de keuken. ‘Het aanrecht is mijn enig recht, naast het recht om te werken’, is dan een gedachte die wel een eens door me heen wil schieten (triest gedoe 1). Maar ik laat me verder niet kisten, dop de sperziebonen, bak spekjes uit, gooi het aardappelgratin in de oven en zet de gehaktballen (die mijn moeder zo lief een paar dagen eerder in een schattig, klein braadpannetje voor ons heeft gemaakt en meegegeven, liefffff!) op het vuur. Een half uurtje later roep ik dat we gaan eten.

Kind 1, intussen thuis met vieze voeten en handen van het buitenspelen, komt aan tafel zitten. “Handen wassen, dat weet je nu toch wel eens’, hoor ik mezelf op de automatische piloot zeggen. Kind 2 hoort mij niet roepen onderaan de trap, nee, hij schreeuwt heftig door zijn game-koptelefoon met microfoon, want hij wordt bijna virtueel gekeeld en moet zijn teammaatjes daarvan met 300 decibel op de hoogte brengen, terwijl zijn bureaustoel hard over het laminaat dendert en door de betonnen vloeren heentrilt. Maar ook gamen is een ander onderwerp. Dus na drie keer roepen, mijn irritatie heeft intussen ook de 300 decibel bereikt, race ik de trap op, storm zijn kamer in en kijk in de verbaasde ogen van mijn zoon: ‘Mam, waarom schreeuw je zo?’

Goed, twee minuten later zitten we aan tafel. Iedereen weer kalm, wij hebben de mooie eigenschap dat we snel vergeven en vergeten, dus we keuvelen de dag door. Wat deed jij op je werk, die ***leraar was echt niet eerlijk, waarom heb ik nooit het eerste uur vrij (waarop ik het weer niet kan nalaten om te zeggen dat ik ook nooit het eerste uur vrij heb, oh zo stom en Calimero is echt niets vergeleken bij mij op dat moment, triest gedoe 2) en ‘jongens, vergeet niet dat je morgen allebei moet trainen.” En dan ….

In de droom ruimt de een af, de ander ruimt de vaatwasser in, ze nemen samen gemoedelijk de tafel en het aanrecht af en al lachend veegt de een met het vaatdoekje over het voorhoofd van de ander, die daar hartelijk om moet lachen. Dit is de droom he, zo gaat het niet. Ja, het vaatdoekje bereikt wel haar gelaat, maar ze kan daar zeker niet om lachen. Nee, na discussies over wie het meeste heeft gedaan en wie wat moet doen volgt een mega uitbarsting omdat dat gore vaatdoekje tegen haar mond kwam, en ze nu zeker gaat sterven door de bacterieen die onzichtbaar zaten te wachten op hun kans op overdracht. Nee, gezellig kan ik dit niet noemen.

Maar het moet, ik weiger namelijk dienst vanaf het moment dat het eten is geserveerd. Echt, ik doe het niet meer. Ik stop, weiger, zet me schrap. Na een dag die 14 uur lang in het teken stond van zorgen, werken, woon-werk verkeer, tijdens de pauze een snelle boodschap doen, het maken van een doktersafspraak en het inplannen van de mondhygieniste, het bellen naar de verzekering omdat er iets mis is gegaan met het doorgeven van je adreswijziging waardoor je belangrijke post niet kreeg en de dekking geschorst dreigt te worden, daarbij uiteraard eerst 10 minuten in de wacht staat voor de verbinding verbroken wordt en je weer moet bellen en tussendoor hebt geappt met een vriendin in nood en een Tindermatch, na die dag, is het klaar.

Tegenwoordig gun ik mezelf dat. Om te stoppen. Er was een hele lange periode dat ik gewoon doorging. Dat ik na dit hele circus de laptop opende en nog zeker tot een uur of twaalf doorwerkte, tussendoor de kids naar bed bonjourde en de was vouwde. Eyes on the Money, nog steeds een goede slogan, maar ik red het niet meer. Ik heb mijn meerdere gevonden in de nodige rust. Daar word ik een veel fijner mens van en bovendien, ik werk me nog steeds een slag in de rondte, alles is subjectief. Dus ja, tijdens die slachtpartij in de keuken is het THE END voor mij. Ik klap op de bank, kijk nog een uurtje de samenvatting van Wimbledon, zap en app nog wat en dan is het alweer een uur of half 11. Want vergeet niet, als die klerezooi in de keuken is opgeruimd, is het toch wel zeker half negen. Zes uur aan tafel is bij ons onmogelijk. Hoeft ook niet van mij trouwens.

93cacbb2eaf54c3e77b1a8bf3df7ef1f--tin-signs-wall-signsDus, lekker relaxen, laat die kids maar opruimen en schoonmaken. Natuurlijk is het nooit zoals ik het zelf zou doen, maar dat maakt niet uit. Voor ik naar bed ga loop ik nog een rondje door het huis, pak hier een verdwaalde sok en daar een gescheurd studieboek. Ik leeg het gootsteenputje en zet de afwasmachine aan (morgen toch weer even zeggen, eens komt het goed) en relaxed loop ik naar boven. Good for ME!

Geef een reactie

Maak een gratis website of blog op WordPress.com.

Omhoog ↑