Vrijdag was het echt hoog tijd: het zadel en het stuur van de fiets van mijn zoon moesten omhoog. De puber groeispurt had ook hem niet ontzien. De bekende te korte spijkerbroeken, die na 1 x dragen al in de kledingbak gemikt werden (oke, eerst nog maanden op een stapeltje met het voornemen om ze stuk voor stuk te fotograferen en op de regionale marktplaats aan te bieden met de titel: Mooie jeans, maat 176, slechts 1 x gedragen). Intussen heeft hij maat 32×32 en die maat 176 past mijn dochter ook allang niet meer, laat staan dat ze dat wil, een jongensbroek, maar dat is een andere blog.
Dus, terug naar de fiets. Nadat hij al maanden met een kromme rug fietste, en met de trapper onder het midden van zijn voet in plaats van onder de bal van zijn voet, was het echt de hoogste tijd: dat zadel en het stuur moesten dus omhoog. Het zag er echt niet meer uit, dat lange lijf op die fiets. En t was ook niet echt bevorderlijk voor de gezonde lichaamshouding.
Ik ben best handig en vindingrijk, ik sta hier thuis ook bekend als de bandenplakker, dus echt niet dat ik dit uitstelde omdat ik dacht dat ik het niet kon. Welnee, ik had er gewoon geen zin in. Vergeten, sorry. Te druk, excuses, morgen, oke? Dit uitstelgedrag breng je ook over op je kinderen, met als gevolg dat ik sta te stuiteren als de kamers niet opgeruimd worden of afwas op t aanrecht blijft staan. Jaja, we weten het allemaal wel he.
Goed, ik de trapkast in. Daar staat de gereedschapskist. Doos. Kapotte schoenendoos om precies te zijn. Het echte gereedschap zit in een rieten mand, niet erg handig, drie uitstekende zagen en een stanleymes ergens tussen alles in. Maar even terug naar die schoenendoos. Die zit vol met spulletjes. Tape in drie kleuren, zeven tangen, verlengsnoer en een hamer zonder steel. En de inbussleutelset. Sets. Want geen een set is compleet. En rustig dat ik bleef, echt, trots op mezelf. Een werkje van 2 minuten duurde een half uur, op zoek naar de juiste maat. Maar na steeds weer van binnen (waar de schoenendoos intussen op tafel stond) naar buiten (waar de fiets stond) lopen met een incompleet setje (het lijkt mijn ondergoed wel, sorry, ik doe mijn best maar in de haast van de ochtend wil het niet altijd matchen, maar goed, niemand ziet het, maar wat als je ineens in een spannende toestand terecht komt, sorry, andere blog….), was de klus geklaard.
Zoon kaarsrecht op zijn fiets, mama blij met haar zelfstandige aanpak en wie maakt me wat. Hup, geen zin om die inbusjes te sorteren, ik knikkerde ze allemaal weer in die kapotte schoenendoos. Bij het terugzetten in de kast scheurde die doos nog verder open, bam alles tussen de schoonmaakmiddelen en lege flessen en het oud papier. Kast leeggehaald, stofzuiger en dweil eruit, twee plumeaus (waarom, weet ik het) en drie emmers. Alles teruggemikt in de doos, stofzuiger er weer in en snel de kast dicht. Klaar is Kees, het weekend is begonnen.
Vanochtend, zondagochtend. De scrambled eggs plakten nog in de koekenpan. Dochterlief: “Mam: mijn zadel moet omhoog.”
Geef een reactie