Zelfscan

Een goedgeklede en op het oog zelfverzekerde vrouw van rond de zestig staat bij de zelfscan in de Appie en krijgt de controlemelding in beeld. Nu vinden veel mensen dat vervelend, maar daar gaat dit stukje niet over. De dame in kwestie kijkt vragend om zich heen en als er na wel 5 seconden nog niemand naar haar toe is gekomen roept ze met geïrriteerde stem richting een meisje achter een kassa: “Komt er nog eens iemand?” Een andere jonge medewerker van de supermarkt is intussen in zicht en neemt in plaats van een glimlach een hautaine sneer in ontvangst: “Waarom deed je er zo lang over, IK sta hier te wachten en IK vind dit werkelijk belachelijk.” Hij verontschuldigt zich (hij had dus niets verkeerd gedaan!), zij negeert hem en zonder verder nog iets te zeggen stormt ze met haar tapashapjes en wijn door de poortjes.

Een meer dan volwassen man met teveel tijd zit op een van de fijne terrassen van ons dorp en wacht op bediening. Het jonge meisje loopt het terras op met een blad vol volle glazen, serveert ze uit bij een andere tafel, maakt een vriendelijk praatje met de gasten terwijl ze de lege glazen op haar blad laadt. Het duurt de man te lang en hij roept over het volle terras dat ze NU naar hem toe moet komen. Terwijl hij nog roept, staat hij ook op, komt heel dicht naast haar staan, trekt meerdere keren aan haar arm (ja, die waar het blad met glazen op leunt) en zegt dat ze zijn bestelling moet opnemen: “IK wil NU een glas Chardonnay.”

Een grote, oudere kerel staat, ook bij de zelfscan maar in een andere winkel, te wachten op een medewerker. Op hoge poten stormt hij naar de servicebalie en met harde stem blaast hij: “Godsamme, ga eens wat doen, lui kind, ik moet gescand worden en jij staat niets te doen.” Het lijdend voorwerp is een jong meisje dat een andere klant aan het helpen is. De man moppert niet alleen, hij is erg kwaad en verkondigt hij dat het allemaal ‘werkelijk godsgeklaagd’ is. Iedereen kijkt, niemand zegt iets. Tijdens het scannen kamt hij het meisje verder af. Zij blijft beleefd en doet haar werk zo snel mogelijk. Haar handen trillen.

Ik was het met een ding eens: hij moest inderdaad maar eens gescand worden. “Mijnheer, waarom gaat u zo tekeer tegen een jong meisje dat gewoon haar werk doet en u beleefd helpt?” Ik moest mijn kop houden en woest grommend, grauwend en schreeuwend liep hij de supermarkt uit. Het meisje bedankte me, dat was niet nodig, maar we hadden hierdoor wel even een kort praatje. “Ik snap niet wat ik fout heb gedaan.” Zij ging dus door de zelfscan, terwijl hij dat beter had kunnen doen. Buiten bij de fietsen kom ik hem nog een keer tegen. Dreigt: “De volgende keer bemoei jij je nergens meer mee!!” Ik: “Als jij, als hele grote vent, de volgende keer weer een jonge medewerker van de supermarkt zo te grazen neemt, dan bemoei ik me er zeker weer mee.”

Je snapt het, de beste man was het niet met me eens. Maar wat ik hem wilde zeggen: in een complexe wereld die razendsnel draait, waarin wij zelf ook steeds om onze eigen as heendraaien, is het soms makkelijk om te vergeten dat een ander ook een mens is. Dat al die nog onervaren en jonge mensen het personeelstekort oplossen en ervoor zorgen dat jij een lekker drankje kunt bestellen, kunt vragen waar iets ligt en inderdaad, dat je je boodschappen kunt afrekenen. Dat je best eens een minuutje langer kunt wachten of dat het soms even niet gaat zoals jij dat in je hoofd hebt.

Help die kinderen, want dat zijn ze nog, een beetje op weg, glimlach en laat je eigen frustratie daar waar hij hoort: bij jezelf. En anders zie ik je wel bij de zelfscan!

Geef een reactie

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑